Start van hoofdcontent

Cultuur

nl

Wethouder Meliani kiest voor diversiteit en spreiding in het Kunstenplan

15 november 2019, 16.32 uur · Aangepast 15 november 2019, 16.52 uur · Door Redactie

Groei van kunst en cultuur in de wijken, meer ruimte voor het nachtleven en elf instellingen met een voortrekkersrol die het verschil moeten gaan maken in het culturele aanbod. Het is slechts een greep uit het nieuwe Kunstenplan 2021-2024 dat wethouder Touria Meliani vandaag presenteert. Met het nieuwe plan moet de stad inclusiever en diverser worden.

'We kunnen niet meer volstaan met een vergelijking met wat er al is en wat we al kennen', staat geschreven in het rapport De kracht van kunst en cultuur. In het plan wordt de nadruk gelegd op inclusiviteit en moet er meer ruimte komen voor de verhalen die nog geen podium hebben. 

Volgens de plannen moet er ook extra ruimte komen voor experimenten, innovatie en de nachtcultuur. Er wordt extra geld uitgetrokken voor het verbreden van cultuureducatie, talentenontwikkeling en participatie. Cultuur moet voor jong en oud beschikbaar zijn.

Daarom komt er meer ruimte voor kunst op school. Het doel is om kinderen twee uur per week met kunst en cultuur bezig te laten zijn. Dat kan bijvoorbeeld met een museumbezoek of het zelf maken van kunst. Ook buiten school moeten kinderen gestimuleerd worden. Cultuurcoaches zullen worden ingezet om kinderen scholen en ouders te verbinden. 

Quote

'We kunnen niet meer volstaan met een vergelijking met wat er al is en wat we al kennen'

Kunstenplan 2021-2024

Noord, Zuidoost en Nieuw-West 

Het kunstenplan wil het culturele aanbod graag spreiden over de stad. Ze zien daarbij nog een achterstand in Noord, Zuidoost en Nieuw-West. Daarom worden daar komende jaren nieuwe culturele locaties gerealiseerd. De bedoeling is dat deze in 2023 open gaan. De gemeente heeft daarvoor vanaf dat jaar bijna 3 miljoen euro gereserveerd . 

Los van de plannen in Noord, Zuidoost en Nieuw-West komt er ook een nieuwe Meervaart aan de Sloterplas, een nieuwe bibliotheek aan de Zuidas, wordt het Amsterdam Museum gerenoveerd en wordt er geld uitgetrokken voor het openluchttheater in het Amsterdamse Bos. 

Instellingen met een voorrangspositie

Nieuw ten opzichte van het vorige plan is een speciale voorrangspositie. Aan de hand van acht uitgewerkte functies kunnen instellingen zich inschrijven om kans te maken op subsidie. Op deze manier kan er extra aandacht gevraagd worden voor functies die de gemeente belangrijk vind voor de stad. Voor deze elf plekken is extra geld uitgetrokken.  

Bijvoorbeeld: een theatergezelschap of productiemaatschappij gericht op de inclusieve stad en verhalen van jonge of nieuwe makers centraal stelt. Of een productiehuis voor talentenontwikkeling en cultuur-educatie voor kinderen en jongeren. 

Ook nieuw dit jaar is dat alle instellingen die een aanvraag willen indienen voor een vierjarige subsidie een actieplan diversiteit en inclusie moeten aanleveren. 'Ik vind het van groot belang dat de kunst- en cultuursector als geheel, in publiek, programma en personeel een afspiegeling is van de stad Amsterdam', valt te lezen in het kunstenplan.

De geldverdeling 

In totaal is er ruim 134 miljoen euro per jaar beschikbaar voor het kunstenplan, waarvan ruim 110 miljoen euro voor subsidies. De zogenaamde A-bis lijst krijgt volgens het plan jaarlijks bijna 73 miljoen euro, dat is een toplijst met musea, theaters, concertzalen, festivals en muziek- en theatergezelschappen. Binnen dit potje vallen ook de elf organisaties met een voorrangspositie, daarvoor is ruim 3,5 miljoen euro gereserveerd. 

Ook het Amsterdamse Fonds voor de Kunsten (AFK) deelt subsidies uit, dat gaat om 23 miljoen euro.