De Raad voor de Kinderbescherming heeft deze maand een stokje gestoken voor de adoptiewens van Robert M., de hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak.
De verdachte en zijn man Richard van O., ook verdachte in de affaire, kregen geen zogenoemde beginseltoestemming. Een woordvoerder van de raad bevestigde dat dinsdag.
De woordvoerder benadrukt dat het besluit van de kinderbescherming is gevallen net voordat de zedenzaak aan het licht kwam. Een motivering voor de beslissing wilde hij niet geven. "We zijn altijd terughoudend met informatie over specifieke procedures en nu extra.''
Maandag vertelde een vader van een van de slachtoffertjes dat M. en Van O. al jaren een kinderwens hadden en halverwege de adoptieprocedure waren.